Reisboot
met eigen boot waterwegen verkennen 

Half-glijdende motorboot. Om de minder sterke kanten van de waterverplaatser te ondervangen is een type romp ontworpen dat bij hogere snelheid zichzelf deels uit het water duwt en daardoor dus minder water verplaatst. 

Bron: NauticWeb; Klik

Voorbeeld van een half-glijder: de Greenline 33; 10 meter lang, 3,5 meter breed, 2,55 meter hoog, 0,7 meter diepgang, max. snelheid 18 knopen (33 km/h). CE B


Doordat de boeg omhoog komt kan de snelheid toenemen (tot ongeveer 20 - 30 km/h). Dit type boot kan dus wél tegen een sterke stroom in varen en voor achterop komende zeegang uit varen. De andere rompvorm maakt de boot ook minder gevoelig voor rollen. Daarbij komt dat je het vermogen hebt om gevaarlijke situaties met beroepsvaart wat gemakkelijker te ontwijken door 'gas' te geven. Allemaal voordelen maar het belangrijkste nadeel is dat je voor dat sneller varen de 'hoofdprijs' betaald. Ten eerste heb je er veel zwaardere motoren voor nodig en ten tweede gaan die motoren boven de waterverplaatsingssnelheid erg veel diesel verbruiken. Reken maar op minimaal het viervoudige en boten lusten normaal al best wat diesel. Dat is prima voor 'even' in een bijzondere situatie maar als je denkt op die manier de Rijn op te kunnen varen moet je je tankstops wel goed plannen en een dikke portemonnaie meenemen. Een nadeel voor overige vaarweggebruikers is dat een half-glijdende boot een enorme hekgolf veroorzaakt: genoeg om de koffiekopjes in de boot die je in haalt van tafel te doen verdwijnen. Kortom: het is met een half-glijder waterverplaatsend varen tenzij.... Half-glijders zijn er zowel in staal als in aluminium en polyester. Ze zijn duurder in aanschaf dan waterverplaatsende boten door de zwaardere motoren.