Reisboot
met eigen boot waterwegen verkennen 

Kentekens kleine schepen: wat moet er op staan en waar?

Update: 29-3-2025 

Op de bon zonder bootnaam
Verontwaardiging in een regionale krant een paar jaar terug; een schipper zou op de bon zijn geslingerd omdat zijn boot geen zichtbare naam had. De agent had gelijk, de verontwaardigden niet. Het is een waarschuwing om je zaken op orde te hebben ter vermijding van een bon in Nederland of op vakantie in het buitenland (die zijn op het water altijd hoog).

Het is allemaal niet super ingewikkeld maar het is belangrijk het even bij de feiten te houden en die staan in de wet, nergens anders.

 Hoe zit het?

1. Aanroepen. Je mag niet varen zonder goed leesbare naam op je boot (BPR art. 2.02 1e lid onder a./RPR art. 2.02 2e lid onder a). De agent mocht dus een bon uitschrijven. Maar waarom is dat dan verplicht? In de toelichting op BPR art. 2.02  wordt dat duidelijk: “Het eerste lid, litt. a, behelst de verplichting tot aanduiding van de naam van het schip; aldus is het mogelijk het schip aan te roepen.” Die naam mag je dus op een plek zetten die jij mooi vindt ( boeg, zijkant, achterkant) maar moet wel in het zicht zitten.


2. Opsporen. Je mag ook niet varen als de naam en woonplaats van de eigenaar niet op een opvallende plaats van de boot zichtbaar zijn (zelfde artikel/lid onder b.). Dit is dus de andere helft van de regel waaraan je je in het binnenland (van Europa) moet houden. En waarom is die verplichting er dan? De toelichting op het BPR zegt: “In het eerste lid, litt. b, dient de aanduiding van de naam en de woonplaats van de eigenaar niet het belang van de verkeersveiligheid, maar het belang de eigenaar van een gevonden, onbemande boot op te sporen.”
Voor roeiboten, kleine (< 7 meter) zeilboten, bijboten en snelvarende motorboten gelden deze regels niet. Snelvarende boten hebben in plaats van een bootnaam en naam/woonplaats eigenaar een Y-nummer dat verbonden is aan de registratie bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer. (zelfde artikel 3e lid).


3. Opsporen bijboten moeten een ‘kenteken' hebben waaruit kan worden opgemaakt wie de eigenaar is (zelfde artikel 2e lid). Praktisch: een bijboot die harder kan dan 20 km/h moet een eigen ‘Y’-nummer hebben en daarmee is dit punt ook afgedekt. Voor bijboten die niet zo snel kunnen is er in Nederland alleen de verplichting om de naam van de eigenaar te kunnen achterhalen en dat kan natuurlijk door een klein bordje. Daarnaast heeft iedere bijboot een uniek HIN/VIN nummer op een plaatje, waarop ook de CE keur staat. Als je als eigenaar een rekening hebt van de boot met dat nummer er op dan kun je ook bewijzen dat het jouw eigendom is. In andere landen van Europa kunnen op dit punt iets afwijkende regels gelden zodat ook de naam van het moederschip op de bijboot vermeld moet worden. Dat kan ongemakkelijk voelen omdat dan duidelijk is dat de eigenaar wellicht niet aan boord is en het een uitnodiging kan vormen tot inbraak. In de praktijk lijkt een plaatje met daarop naam van de eigenaar aanvullen met een daarvoor aangemaakt e-mail adres een oplossing. Dit zal wellicht de meeste handhavers gerust stellen omdat ze dan immers contact kunnen opnemen met de eigenaar van de bijboot. Maar dit advies klopt dus niet met die regelgeving.  

Conclusie 1, binnenland: de naam van het (kleine) schip op afstand zichtbaar aanbrengen is voldoende want bedoeld voor aanroepen. Naam en woonplaats van de eigenaar kan op het formaat van een visitekaartje want dient alleen voor opsporing.


Maar dan zijn we er nog niet…… er zijn ook kleine schepen die de zee op gaan en onder Nederlandse vlag varen (lees: in het vlagregister opgenomen zijn). Daarvoor geldt dat: “draagt de reder, de rompbevrachter of eigenaar er zorg voor dat de
naam en het internationaal vastgestelde kenmerk van het zeeschip en de thuishaven, gelegen in het land waar inschrijving in het vlagregister plaatsvindt, in duidelijk leesbare letters op het zeeschip vermeld staan”
  (Rijkswet Nationaliteit Zeeschepen, art. 5, 1e lid, d). De Zeebrievenwet (art. 16) bepaalt aanvullend hierop nog dat scheepsnaam en naam van de plaats van de thuishaven op het achterschip moeten staan.
Dus ook als jouw boot permanent op b.v. Ibiza ligt: de thuishaven die er op moet staan blijft altijd de Nederlandse zoals opgenomen in de Meetbrief behorende bij de Zeebrief. Als je er ‘Ibiza’ op zet en de Nederlandse vlag buiten hangt klopt dat dus juridisch niet en leidt dat vroeg of laat tot problemen met controlerende instanties. Het kan ook zijn dat je boot b.v. in Polen is geregistreerd dan moet je dus altijd de Poolse vlag voeren.  
Noot: een boot zonder registratie in het vlagregister, b.v. met een ICP, is juridisch een statenloos schip en daarvoor geldt deze verplichting dus niet.
Conclusie 2, zee: op een ‘zeegaand schip’ met zeebrief moet dus naast de naam ook goed zichtbaar de plaatsnaam van de thuishaven staan. Dat ‘vastgestelde kenmerk’ is een IMO-nummer en dat hebben plezierjachten niet. 
Conclusie 3: Het is niet verboden, maar in geen enkel geval verplicht, om de woonplaats van de eigenaar met grote letters op een klein schip te zetten.