Reisboot
met eigen boot waterwegen verkennen 


Schipperen in Corona tijden
Noorwegen zomer 2020

leestijd: 20 minuten, video review Targa 46 (Eng) 34 minuten

Op donderdag 13 augustus 2020 12.10 uur varen ze het centrum van Bergen in. Er is zowaar een vrije plek aan de kade. In de stad waar de meeste regen valt in heel Europa is het droog; zonder een beetje geluk vaart niemand wel in dit Corona jaar. De eerste reis met hun nieuwe boot heeft Machiel Lambooij en Remko Sinck, tegen alle verwachtingen in, naar de plek gevoerd waar het allemaal begon: de kade van Bryggen in het Noorse Bergen. Een reisverslag. 

Aanloop Mandal, zuid-Noorwegen

Het bootseizoen van 2020 verliep totaal anders dan verwacht. Op de dag dat we met vrienden naar de, toch al zieltogende, HISWA in Amsterdam zouden gaan werd die vanwege het Corona virus hals over kop gesloten. Restaurants volgden. Havens, sluizen en bruggen bleven ook na het begin van het seizoen beperkt bruikbaar. Doordat de restricties in de loop van het voorjaar minder werden stortten veel mensen zich op een ‘Corona-proof’ vakantie met een boot. De toch al beperkte capaciteit van havens liep daardoor in de zomermaanden tegen grenzen aan. Open Schengen-grenzen werden ineens gesloten of toegang werd beperkt door quarantaine verplichtingen. Die situatie wijzigde bovendien om de haverklap. Wij vroegen ons af of we wel veilig op vaar-vakantie konden en zo ja, waar konden we nog naartoe? 

Uitgerekend dit voorjaar zou onze nieuwe boot in Finland afgeleverd worden bij de werf, Botnia Marin, een paar honderd kilometer ten zuiden van de poolcirkel. We wilden de boot vanaf de werf naar onze thuishaven in Lelystad varen; een mooie reis van een kleine 2000 kilometer. Afhalen kon niet eerder want dan drijft er nog ijs in de Botnische golf. Onze oude boot werd door toedoen van het virus ineens snel verkocht terwijl de nieuwe nog niet in zicht was. De werf had moeite om de productie voort te zetten en de boot op tijd te leveren omdat veel aanlever-industrieën, waaronder de motorenfabrikant Volvo Penta, de productie staakten. Ook bleef het voor Nederlanders verboden om Finland in te reizen omdat we volgens Finse normen een verhoogd Corona risico vormden. Voor veel van de landen die we op de weg terug zouden moeten passeren was het op dat moment niet anders. Niet het ijs in de Botnische golf maar het Corona virus maakte ons plan nu onmogelijk.

Corona: Finland werd Lelystad

We maakten samen met de werf een ‘Plan B’. Met wat vertraging arriveerde de boot halverwege juni, per vrachtauto, in Lelystad. Corona kostte ons dus een duur transport en boorde ons een prachtige reis door de neus, maar we waren nog gezond en dat was het belangrijkste. Overigens was mijn liefde voor authentieke Chinese markten intussen wel iets bekoeld.

  ….de nieuwe boot: door Corona per vrachtwagen naar Lelystad.

Na de belangrijkste opleveringspunten samen met de technici van Skips Maritiem onder controle te hebben gekregen besloten we dat de tijd rijp was voor een eerste reis om de boot in de praktijk te testen. Planning werd een behoorlijk complexe mix van wisselende Corona restricties, drukte in havens en het weer. Naar het noorden leek nog de beste optie: daar was Corona het minst verspreid en liepen we dus het minste risico. Maar of dat haalbaar zou zijn was zeer twijfelachtig. Voorlopig konden we niet eens naar de Waddeneilanden want die havens waren continue vol.  

Volle havens

De voor het IJsselmeer kenmerkende, elkaar kort opvolgende golven doen op 2 augustus hun best om bij NW 5 een meter hoog te worden. We varen er met 40 km/h tegen in van Lelystad naar Makkum. Een goede test want met onze vorige boot waren we onder deze omstandigheden niet eens uitgevaren. De boot wordt goed nat op deze trip maar de Vetus regensensor bewijst gelijk zijn nut door automatisch de ruiten vrij te houden van water. De dag erna lukt het zowaar om in de overvolle haven van Terschelling een plek te bemachtigen. Het voelt als arriveren op het eerste honk (voor de niet-honkballers onder u: dan heb je wel iets bereikt maar wel het minimale). Zouden we verder naar het noorden kunnen varen? Duitsland mogen we in en ook Denemarken en Noorwegen laten hun quarantaine eisen vallen. Voor Denemarken geldt dan wel de eis dat je vooraf zes overnachtingen in havens boekt en we hebben niet zo’n zin om ons daarop vast te leggen. We besluiten om richting Noorwegen te gaan: het zou leuk zijn als we Bergen konden halen maar we hebben maar een maand de tijd dus dat wordt spannend. De weermogelijkheid lijkt zich voor te doen om naar Helgoland in de Duitse bocht te varen en van daaruit naar Thyboron aan de westkust van Denemarken. We willen die haven als springplank gebruiken om dan vervolgens naar Mandal aan de zuidkust van Noorwegen te varen. Eén nacht in Denemarken mag zonder papierwerk. 

Door de toenemende besmettingen in Nederland, volgens kranten voornamelijk veroorzaakt door té gezellige feestjes achter gesloten deuren, dreigt de Noorse regering de grens voor Nederlanders weer dicht te gooien. Teleurgesteld plannen we dan toch maar een tocht door het Limfjord in de kop van Denemarken; inclusief die zes verplichte havenboekingen. We trekken er een dag voor uit om het te regelen. Tot onze opluchting blijkt het reserveren een papieren exercitie te zijn die binnen een uurtje geregeld is en ons in de praktijk op geen enkele wijze beperkt. 

De dag erna is het weer gunstig: we varen van Terschelling met het tij in de rug in zes uur naar Helgoland, onderweg vanuit het water nagestaard door een paar zeehonden. We maken alvast een afspraak met de pomp op Helgoland om (belastingvrij) te tanken. Dat afspreken moet omdat een deel van de kade, inclusief pompstation en huizen, in zee dreigde te storten. Daarom functioneert een tankwagen in een naburige haven nu tijdelijk als pompstation maar met beperkte capaciteit. Als we aan komen cirkelen er nog een aantal boten rond bij de tankwagen maar omdat ze geen afspraak hebben zijn ze overmorgen pas aan de beurt. De pompbediende zegt dat hij dit seizoen al veel dierennamen heeft gekregen van teleurgestelde schippers (Duitsers schelden graag iemand uit voor zwijn, hond of de combinatie daarvan). 

 We liggen in de haven als boot nummer acht (8!) in een pakket langszij, naast Zweden die Duitsland eigenlijk niet in mogen zonder quarantaine. Ze waren door de Duitse kustwacht aangehouden die na een half uur dobberen en overleggen besloot dat een boot net zoiets is als een camper en daar mocht je volgens de Duitse voorschriften de quarantaine in uit zitten. De Zweden waren nu formeel dus een zeilboot-achtige camper in varende quarantaine. U snapt dat we het gesprek hierover op een veilige afstand gevoerd hebben.  

Helgoland: acht dubbel liggen is geen uitzondering

 Aan wal moeten we mondkapjes dragen maar om half vijf mogen ze af want dan zijn de toeristenboten weg. Op de steiger moeten de kapjes echter altijd op maar niemand doet dat. Behalve een bezoekje aan de havenmeester besluiten we lekker op de boot te blijven: geen zin in geklauter over acht boten en allerlei wisselende mondkap-instructies. Bovendien zouden we dan weer door de quarantaine-zone van de Zweden moeten. Genietend van een drankje in de zon op het achterdek vroegen we ons af wat Jaap van Dissel (RIVM) zou denken van deze verwarrende omstandigheden. Helgoland is overigens onder normale omstandigheden de moeite waard om te bekijken. 

 De verrassing van de dag was dat de Noorse regering, om raadselachtige redenen, besloten had om Nederland (nog) niet op de zwarte lijst te zetten. We mochten dus toch naar Noorwegen, in ieder geval in deze week. Twee boten in het pakket wilden om zes uur in de morgen weg. Nu we daarvoor toch op moesten staan besloten we maar gelijk naar Thyboron in Denemarken te varen, genietend van de zonsopgang. 

 De Deense westkust wordt door de meeste recreatievaart gemeden: nauwelijks havens die je aan kunt lopen bij slecht weer, vaak aanlandige wind en een verraderlijke landtong halverwege. Vandaag waren de omstandigheden echter helemaal goed en zagen we een aantal keren groepen bruinvissen (die helemaal niet bruin zijn) op jacht naar een maaltje vis. Wij kregen ook trek: rond de lunch hadden we de trip naar Thyboron al bijna achter de rug. De mooie kustlijn en de vuurtoren kwamen steeds duidelijker in beeld. 

Vuurtoren in de buurt van Thyboron, Denemarken

Omdat het nog zo vroeg was en het zo goed ging besloten we de Deense ‘reserveringen’ maar in de prullenbak te gooien en gelijk door te varen naar Mandal in Noorwegen voordat de Noorse regering zich weer zou bedenken. We komen aan in Mandal rond theetijd. Zo snel kan het gaan met goede weeromstandigheden, voldoende diesel en een geschikte boot. Gelukkig is in Noorwegen de diesel, net als in Helgoland, belastingvrij want goedkoop is een trip van bijna 450 kilometer met 50 km/h niet echt. 

In twee dagen naar Noorwegen

We zitten dus in twee dagtrips (totaal: 15 vaaruren) ineens van Terschelling in Noorwegen; best bijzonder. Onze oude boot zou daarvoor te weinig actieradius hebben gehad maar het zou vooral veel vermoeiender zijn geweest, zelfs in deze goede weer omstandigheden. Ik had goed geluisterd naar een voordracht die een scheepsconstructeur voor de kustwacht van de VS (USCG) had gehouden. Onderwerp; ”Wat maakt een boot zeewaardig?”. Hij stelde, opmerkelijk voor een constructeur, dat zeewaardigheid van een boot primair bepaald wordt door de ergonomie ervan. Een goed geconstrueerde, sterke, boot met een slechte ergonomie (lees: slaan op de golven, rollen, onvoldoende handgrepen, scherpe punten in het interieur, slechte stoelen, slecht bedienbare navigatieapparatuur, etc.) kon volgens hem de meest fitte, professionele, crews binnen een etmaal uitputten waardoor ze fouten gingen maken. Deze, herkenbare, wijze les heeft centraal gestaan bij de zoektocht naar een andere boot: het moest comfortabeler en dus zeewaardiger. Na deze eerste week varen bleek al dat de verbeteringen het gewenste effect hadden. De combinatie van de rompvorm (lang, niet breed, meer V-vorm van de boeg), betere gewichtsverdeling, het supersnel reagerende automatische trimsysteem en het opvangen van schokken door de lucht-geveerde voorstoelen werkt. Het maakt het varen in deze boot een stuk minder vermoeiend dan we gewend zijn. Ook de afstandsbediening in de armleuning van de stuurstoel blijkt een uitkomst te zijn omdat je er alle displays mee kunt bedienen en de boot ermee kunt sturen. 

Ergonomie van een boot is doorslaggevend voor de zeewaardigheid

 Nu we in Mandal op de Zuidpunt van Noorwegen aangekomen zijn moeten we kiezen. De oostkust van Noorwegen is dé vakantiebestemming voor Noren. Die drukte willen we in het hoogseizoen vermijden, ook in verband met het virus. Het -nog mooiere- fjordengebied ligt aan de meer onstuimige westkust. Het weer lijkt een reis naar de westkust mogelijk te maken dus kiezen we daarvoor. We hebben wel even genoeg lange afstanden gevaren dus na een dagje rust wordt het tijd voor kortere trips van halve dagen. 

We verlaten in de ochtend het vakantiestadje Mandal en gaan op weg naar Egersund. We varen het eerste deel van de route tussen talloze eilandjes en verdwaalde rotsblokken door. Op al die eilandjes zijn houten vakantiehuisjes gebouwd die alleen per boot te bereiken zijn. 

Op ieder eilandje vakantiehuisjes, alleen per boot te bereiken.

Na langs een stuk onstuimige kust gevaren te hebben komen we in het kleine haventje van Egersund. In Egersund zit ook het hoofdkwartier van Navico die o.a Simrad apparatuur maakt. Simrad is een 75 jaar oud Noors merk en komt dus niet uit de VS zoals velen denken. Van bedrijvigheid van Simrad is echter niets te merken in dit slaperige stadje: het is duidelijk een administratief hoofdkantoor. Tip voor liefhebbers van lekker eten: restaurant Eigra in het prachtige oude hotel. Intussen heeft de Noorse regering geoordeeld dat Nederland toch op de oranje lijst komt; Nederlanders die nieuw arriveren moeten dus in quarantaine. We zijn dus door het oog van de Coronamaatregelen-naald gekropen. 

 Egersund: klassiek hotel met restaurant Eigra. 

 De volgende ochtend varen we weer een stuk binnendoor en daarna over zee op weg naar Stavanger. Stavanger is een gezellige middelgrote stad met veel off-shore scheepvaart. De stad is ook de toegang tot één van de drie grote fjorden aan deze kust: het bijna 50 km lange Lymfjord. De passantenhaven in het centrum is geen aanrader: te onrustig. De passantenhaven net buiten het centrum is ook niet fijn: het ligt wel rustiger maar je hebt behoorlijk last van voorbijvarende schepen en feest vierende Noren. 

Stavanger, oude binnenstad

Omdat Bergen lokt besluiten we om, na een middagje het centrum van Stavanger verkend te hebben, de volgende ochtend verder te gaan. We kunnen dan de laatste moeilijke zee passage naar Bergen achter ons laten. We maken na die passage een tussenstop in het stadje Leirvik. 

Leirvik, ambulanceboot annex polikliniek

De enige sterke punten van Leirvik zijn de haven, de supermarkt, de diesel pomp en de ambulanceboot. Nu we dus wat tijd over hebben besluiten we voor het eerst de wasmachine en de droger aan boord uit te testen. Het zijn normaal formaat apparaten voor thuisgebruik dus in een paar uurtjes is alles weer schoon en droog. In de oude boot moesten we voor langere reizen heel veel meenemen en hadden we dus ook aan het eind van de reis vuilniszakken vol vuile was. Op het doen van de was met apparaten in een haven waren we in de praktijk afgeknapt: te veel gedoe. 

Hansestad Bergen

De volgende dag is het tijd voor het laatste stukje naar Bergen, een Hansestad met een uniek havenfront; Bryggen. De oorspronkelijke houten panden dateren uit de Hansetijd (14e eeuw). De plek is niet voor niets UNESCO-werelderfgoed.Ongeveer 15 jaar geleden waren we met de auto op vakantie in Bergen. Wij slenterden toen over de kade en zagen daar een trawler-achtige boot uit Nederland liggen, duidelijk gebouwd voor lange reizen. We hadden toen nog nooit aan varen gedacht maar we concludeerden wel dat reizen met zo’n boot naar dit soort locaties wel het ultieme ‘Zwitserleven gevoel’ moest zijn. Nu het afhalen van de boot in Finland ons door de neus was geboord zou het natuurlijk leuk zijn om met onze nieuwe boot op die plek te liggen. En dat lukte, zelfs zonder de regen waar Bergen zo bekend om staat. 

Bryggen in Bergen: met de nieuwe boot op een iconische plek

We hadden aan een extra dag in Bergen voldoende voor de hernieuwde kennismaking. We verlaten Bergen voor het weekend aanbreekt waarin het door het verwachte mooie weer ongetwijfeld druk en alcoholisch gaat worden op en rond de kade. We varen naar een van de meest indrukwekkende fjorden van Noorwegen: het Hardangerfjord. 

Hardangerfjord

In Noorwegen zijn veel eilanden voor de kust en fjorden die soms meer dan honderd kilometer landinwaarts gaan. Bruggen zijn er meestal niet. De manier om (snel) ergens te komen is dus per boot in plaats van de auto. Hiervoor worden vaak consolebootjes gebruikt. Daarmee jakkert men vlak langs elkaar (hoezo hekgolf?) van huis naar de winkels of restaurants in het dichtstbij zijnde stadje of naar het weekendhuisje. De passantenhavens in stadjes zijn dan ook meer te vergelijken met de parkeerplaats van een supermarkt: een komen en gaan van bootjes. Alleen ‘s nachts is het rustig, als er tenminste geen feestjes zijn. Wat grotere motorboten zijn vaak kleine cabine bootjes van lokale merken. Vikness boten zien we veel in het middengrote segment en Princess fly-bridges in het grote segment. Vikness wordt gebouwd vlakbij Bergen en nauwelijks geëxporteerd dus dat we die boten vaak aan de west-kust zien is niet verwonderlijk. Gek genoeg zien we relatief weinig (Noorse) Marex of Saga boten. Zeilboten zijn er duidelijk in de minderheid en stalen jachten zijn ronduit zeldzaam. Tip: mocht je ooit een nieuwe Vikness of een Skilsø boot willen kopen haal hem dan op bij de werf bij Bergen en maak een prachtige reis terug naar Nederland: die boten kunnen dat prima aan.

De werf van Vikness in Kleppestø bij Bergen

Noorwegen: heel veel kleine snelle motorbootjes

Walstroom met Gamma-kabelhaspeltje

De fjorden hebben hoge, steile, wanden aan weerszijde van het water waarlangs watervallen naar beneden stromen. De fjorden zijn zo diep dat de dieptemeter het vaak niet meer meten kan. We meren af in het dorpje Sunndal aan de voet van de Bondhusbreen gletsjer. Mooier wordt het niet in de Hardangerfjord volgens het boek van René Vleut; we geloven hem. De stroomvoorziening in dit haventje bestaat uit een serie aan elkaar gekoppelde kabelhaspels van de Noorse variant van de Gamma die allemaal aangesloten zijn op één normaal stopcontact: nogal beperkt dus. Wij bedanken vriendelijk voor deze service want deze hele reis is voor ons een test of we zonder walstroom kunnen. De boot heeft namelijk geen aggregaat of gas maar wel zonnepanelen en een groot accupakket. De installatie is zo ontworpen dat we vier tot zes dagen achtereen zonder gebruik van brandstof of walstroom zouden moeten kunnen. Deel van deze opzet is dat de apparatuur aan boord zo energiezuinig als mogelijk is. Uitzondering is de airconditioning want hoewel die ook relatief zuinig, zonder startpiek, kan functioneren is het gebruik ervan toch tot een dag beperkt: dan is de stroom wel op. De kosten van de accu’s en de zonnepanelen zijn samen ongeveer net zo hoog als die van een aggregaat. Maar elektra is onderhoudsvrij, stinkt niet en maakt geen herrie. Bovendien kan het geen kwaad voor meer milieuvriendelijke oplossingen te kiezen als die voorhanden en betaalbaar zijn. De voorraad elektriciteit blijkt ook in de praktijk voldoende om het vier dagen zonder walstroom of bijladen tijdens varen uit te houden. 

Sunndal; mooier wordt het niet in het Hardangerfjord

De Bondhusbreen-gletsjer bij Sundall liep een eeuw geleden nog door tot in het dorp maar is nu al zo ver gesmolten dat er naartoe gaan een tocht voor geoefende klimmers nodig maakt. We volstaan dus na een uur wandelen met een goede blik op de gletsjer in de verte. Na terugkomst nemen we een duik in de fjord om af te koelen. Daar was wel wat moed voor nodig maar we overleven het en het is eigenlijk best lekker.  

De Bondhusbreen gletsjer

Haugesund

We willen op de terugtocht graag het Lymfjord bij Stavanger nog verkennen en gaan dus na een tussenstop in het nautische plaatsje Haugesund naar het plaatsje Øyren aan het eind van een zijarm van de Lymfjord. Ook hier liggen we verstild tussen de bergwanden. In deze kleine, een paar jaar geleden opnieuw aangelegde, haven hebben we net voldoende ruimte om te draaien voordat we afmeren. Het is geen haven voor nog grotere boten dus. De havenmeester vertelt ons dat de zon in de winter zeven maanden niet boven de berghellingen uit komt. We genieten dus nog maar even van de zon met de grill op het achterdek. 

Haven van Øyren

Het weer gaat volgens de voorspelling omslaan en dat maakt een eind aan onze plannen om de komende dagen het fjord beter te bekijken. Er komen snel opvolgende depressies aan dus moeten we een keuze maken: we kunnen namelijk niet terug zonder een grote zee- passage. De keus is tussen het slechte weer uitzitten of de volgende ochtend gebruik maken van het voorlopig laatste weergaatje om over te steken naar Thyboron in Denemarken. Van daaruit kunnen we in de luwte van het Limfjord rustig naar de Oost kant van Denemarken varen waar het weer een stuk rustiger lijkt te worden. 

Naar Denemarken; Lymfjord

We besluiten het weergaatje te gebruiken en we moeten helaas vroegtijdig afscheid nemen van het Lymfjord. Na een uur of acht varen vanaf het haventje van Øyren lopen we Denemarken binnen en besluiten om maar gelijk door te varen naar Limvig. Dat is een stadje met meer charme dan de kale kusthaven van Thyboron. De zes verplichte reserveringen regeling in verband met Corona is gelukkig de week ervoor afgeschaft dus dat huiswerk kunnen we achterwege laten.

Limvig

Limvig is een aardig stadje met een paar leuke winkelstraatjes, een uitstekende haven en een havenrestaurant waar je prima kunt eten. We liggen het onstuimige weer de volgende dagen uit in de goed beschermde haven en bekijken het stadje.   

Haven Limvig

 Als de wind een beetje gaat liggen besluiten we door te varen naar een volgend stadje in het Limfjord: Nykøbing.

Limfjord; geen steile bergwanden zoals in Noorwegen

Het waait nog steeds stevig en afmeren met de wind op de zijkant bij de dieselpomp kost me echt moeite maar het lukt. Tijdens het tanken sta ik te kijken hoe een stuk verderop een console bootje een box met palen (wie dat uitgevonden heeft?) in vaart; ook met de wind op de zijkant. Een opvarende wil een meerlijn om de paal leggen. De man strekt zich uit en pakt de paal beet om de lijn er om te hangen. Zijn voeten zitten nog in het bootje dat door de wind van de paal weggeblazen wordt. Het wordt een spagaat met de voeten in het bootje op ongeveer anderhalve meter afstand van de paal die hij inmiddels stevig omarmt. Hij kiest ervoor een nat pak te vermijden door in de paal te klimmen. Hij gooit met één hand zijn telefoon achter in de boot: dat lukt. Maar de boot zelf komt niet meer dichterbij. Lang hou je dat niet vol in zo’n paal dus er zit niets anders op dan zich in het water te laten zakken en naar de boot te zwemmen. Ik hoop dat u zich kunt inbeelden hoe dit zich voltrok, ik stond met de dieselslang in de hand dus ik heb het tafereel niet kunnen vereeuwigen. Gelukkig geen verwondingen of schade, alleen een nat pak en wellicht een iets gedeukt ego. En ja, we hebben gelachen.  

Het stadje is minder interessant dan deze gebeurtenissen in de haven en we besluiten de volgende dag verder te varen naar Løgstør waar het Limfjord museum gevestigd is. Dat museum geeft ons een aardig inzicht in hoe het Limfjord ontstaan is. Het had vroeger alleen een toegang vanaf de Oostzee. Doorbraken in de duinen aan de Noordzeekust veroorzaakten dat het fjord in de 19e eeuw ook een open verbinding met de Noordzee kreeg. Die doorbraak slipte weer dicht maar later kwam er weer een nieuwe bij Thyboron dat tot op de dag van vandaag een vissershaven is. De open verbinding met de Noordzee zorgt echter bij storm wel voor natte voeten in de stadjes rond het fjord. Een sluis bij Thyboron zit er niet in: te duur, dus gebruikt men schotten als de nood aan de man komt. Er zijn veel meer historische details dus een bezoekje is dit museum wel waard.  

Limfjord museum

Een Deens fjord heeft overigens nergens de hoge en steile bergwanden zoals in Noorwegen en past dus niet bij het iconische beeld wat we voor ogen hebben bij het begrip ‘fjord’. Toch is het mooi varen langs de oevers en de eilanden. In de richting van Aalborg wordt het vaarwater smaller en verliest wat van zijn aantrekkelijkheid. Aalborg zelf is geen aantrekkelijke stad om te bezoeken dus we varen door. Bij het stadje Hals bereiken we het eind van het Limfjord en varen we de Oostzee op richting Bønnerup. Dit is een goed beschutte haven met een modern vakantiedorp erachter. Het weer dwingt ons ook nu om keuzes te maken. Eigenlijk willen we naar Aarhus om de stad te bekijken maar we moeten morgen in Kiel bij de toegang tot het Noord-Oostzee Kanaal (NOK-kanaal) zien te komen want de dagen erop volgend komt er weer een depressie over waardoor het ook op de Oostzee onaangenaam varen wordt. We besluiten dus de volgende dag naar Kiel te varen en daar het slechte weer uit te liggen en de stad te bekijken. Kiel is een stad waar we normaal altijd aan voorbij varen op weg van, of naar, de Oostzee. We liggen in een haven net buiten het centrum. Kiel is platgebombardeerd in de tweede wereldoorlog en je moet goed zoeken om nog iets ouds te vinden. Het heeft wel een groot winkelbestand dus je kunt je uitleven met winkelen. In iedere winkel moet je als klant echter een mondkapje op, het winkelpersoneel niet. Blijkbaar is dat niet echt uitnodigend want op straat (zonder mondkapje) is het levendig maar de winkels zijn uitgestorven. In het restaurant moet het personeel dan weer een mondkapje op en de gasten niet; daar is het een stuk drukker.

Duitsland: restaurantpersoneel met mondkapje

Als we de dag erna door het NOK-kanaal heen in Cuxhaven uitkomen zijn we weer in een ander ‘land’ van Duitsland en daar moet je als gast in een restaurant wél een mondkapje op van de voordeur naar je tafel. Aan tafel mag het kapje af, anders eet het zo moeilijk, maar als je naar de WC gaat moet ie weer op. We eten in Cuxhaven in een klein restaurantje waar we vaker geweest zijn. Het is rustig; er zijn maar twee tafels bezet waardoor het mondkap opzetten naar het toilet en de voordeur een beetje absurdistisch werkt. Maar er zijn meer verschillen in Corona maatregelen die ons verbazen. In Noorwegen, waar niemand mondkapjes gebruikt en de besmettingsgraad veel lager is dan in Duitsland wordt het vanwege het besmettingsgevaar niet toegestaan met cash geld te betalen. In Duitsland word je gedwongen om, met mondkapje op, cash te betalen want Pinnen is nog niet echt doorgedrongen in Duitsland. Betalen voor het NOK-kanaal is echter modern; met betaalautomaat. Maar dat hoeft nu niet meer omdat er geen personeel is om de toetsen van de automaat te ontsmetten. Tja, leerzaam zo’n reis door de bonte mengeling van Corona maatregelen.

Er dient zich een klein weergaatje aan tussen twee depressies in. Dat zou een reis door de Duitse bocht richting Nederland mogelijk kunnen maken. De weerberichten van Windfinder en Windy zijn normaal zeer betrouwbaar en ik kijk ook altijd nog naar de actuele metingen bij vertrek. De Duitse bocht, altijd relatief onstuimig, gaat zoals verwacht; behoorlijk hoge golven van opzij maar het is goed te doen. Daarna wordt de wind echter veel sterker dan voorspeld en voorbij Borkum zijn er inmiddels pieken van windkracht 7 op de kop in plaats van de voorspelde windkracht 4 vanuit het zuiden. De golfhoogte neemt snel toe en hoewel de boot zich prima houdt moeten we steeds meer vaart minderen om niet met de boeg in de golven te duiken. Omdat nu ook het tij is gekeerd besluiten we naar Delfzijl te gaan in plaats van het geplande Lauwersmeer. Met de wind in de rug en even later de luwte van de Eemshaven kunnen we in volle vaart naar Delfzijl. 

 De volgende dagen is er op de Noordzee boven de wadden geen golf onder de meter te vinden dus het wordt rustig tuffen naar Groningen en daar lunchen in het zonnetje op de Grote Markt: helemaal goed. De dag erna besluiten we de Alde Feanen in Friesland op te zoeken. We vinden na wat kruip en sluip werk door ondiep water een stil Marekrite steigertje. Wat een rust, het lijkt wel een Noorse fjord, alleen is het uitzicht ‘iets’ anders. 

Alde Feanen, Marekrite

 De laatste nacht in de binnenhaven van Lemmer doorbrengen is altijd leuk en hoewel we daar al rond het middaguur aan komen is het toch al vol met boten en weten we nog net een laatste plekje aan de kade te krijgen. We genieten vanaf het dek van de boten die wachten op een brugopening of nog een plekje zoeken. De dag erna is het prachtig weer op het IJsselmeer en met een vlak zeetje zoeven we het laatste stukje terug naar onze thuishaven in Lelystad. 

Thuishaven: Flevo Marina Lelystad


We zijn precies 32 dagen weggeweest. Soms hadden we een vlakke zee soms ook behoorlijk ruw weer. We zijn in Bergen geweest, hebben lange afstanden over zee, door fjorden en tussen eilanden door gevaren. Maar we zijn ook in Groningen en de Alde Feanen geweest. Afwisselender kan haast niet. Het was een goede kennismaking met de nieuwe boot, de westkust van Noorwegen en het Deense Limfjord. Ondanks en dankzij het Corona virus werd dit een bijzondere reis. We gaan zeker een keer terug naar Noorwegen om de fjordenkust verder te verkennen. Hopelijk dan zonder Corona beperkingen en met wat meer tijd.  

Spot-X voor achterblijvers en noodsituaties indien buiten bereik van VHF


Gegevens

Kaarten: fysieke kaarten van de west kust van Noorwegen zijn vaak oud en duur. NV heeft alleen het zuidelijke deel. Wij gebruiken de betrouwbare en actuele kaarten van Navionics op de plotter en de iPad, aangevuld met de beschikbare NV kaarten (op de iPad). We hebben van de meeste gebieden ook papieren kaarten voor het overzicht. 

De boeken van René Vleut (Hollandia) zijn goed maar globaal, de boeken van Jan Werner (Delius Klasing) zijn ook goed, bevatten veel meer details maar zijn Duitstalig. Verder gebruiken we de actuele (Engelse) landengidsen van de Cruising Association. Ondanks deze boeken kijk ik altijd even op Google Earth hoe een haven er op dit moment uit ziet: de haven van Limvig was bijvoorbeeld totaal veranderd. 

Voor lezers onder u die vaak reizen kan een lidmaatschap van de Cruising Association interessant zijn. Naast de genoemde gidsen is er een actuele beschrijving van de meeste havens in een App, beide alleen toegankelijk voor leden. Ook de App gebruiken we in de praktijk veel. Leden wisselen veel ervaringen uit en de vertegenwoordigers in de landen kunnen helpen bij problemen. Nadeel: het (gezins-) lidmaatschap is niet goedkoop en je moet behoorlijk met de Engelse taal overweg kunnen. 

 De reis:

32 dagen totaal, waarvan 9 volledige vaardagen, 13 halve vaardagen en 10 rustdagen. Totaal 2958 km (1600 Nm), 106 motoruren

 

De boot

Targa 46 (zonder flybridge), LOA 15,11 meter (50 voet), lengte romp 13,93 meter (46 voet).  Minimale doorvaarhoogte: 319 cm. Diepgang 110 cm, minimaal 85 cm. Breedte 395 cm. Leeggewicht 11 ton plus 1500 liter diesel en 350 liter water. CE-B. 2 x Volvo Penta D6-440 PK Z-drives met joystick, boegschroef. Actieradius, min 10 % reserve, bij 11 km/h (6 knopen): 2700 km (1460 Nm). Bij 40-55 km/h (20 – 30 knopen) 675 km (365 Nm), topsnelheid 72 km/h (39 knopen). KAB Sciox lucht geveerde stoelen, Humphree active ride interceptor stabilisatie systeem.  

Hoofdlijnen technische uitrusting: 3 x Mastervolt MLI 5500/24 accu’s, 2 x Mastervolt Combi-pro 3500/24 omvormers, Solbian SP zonnepanelen 920 Wp. Simrad navigatieapparatuur, Airmar weerstation, Echomax actieve radarreflector, Webasto V50 modulerende airconditioning/verwarming. Radarbeugel hydraulisch wegklapbaar (180˚) 

Indeling: ‘one level living’, drie voorstoelen met daar achter U-vormige zit/eethoek en pantry. Voorcabine met eilandbed en badkamer/douche/WC. Aparte nis met wasmachine en droger. Achtercabine bed van 175 x 215 (of 2 x 215 x 70), aparte slaapnis met éénpersoonsbed, tweede badkamer/WC met aparte douchecel. Glazen schuifdak en vast glaspaneel Webasto.

De Explorer, stuurhuis

De veiligheid:  Viking Rescue-Pro vlot, Viking dompelpakkken, Automatische 275 Nm reddingsvesten met AIS MOB, EPIRB met AIS, Spot-X, KNRM-App (ook in het buitenland!), Noodvuurwerk, AED, Zuurstof. Trauma EHBO kit. 

Remko Sinck