Bijgewerkt juli 2024
De Waddenzee is een uniek natuurgebied (Unesco werelderfgoed) dat loopt van Texel tot Esbjerg in Denemarken. Het is ook een gebied waar niet iedere boot mee uit de voeten kan. Dat komt door de getijdenwerking en de ondiepten waar je soms overheen moet. De reis naar het Nederlandse Ameland en Schiermonnikoog zijn daar daarom wat ‘avontuurlijker'. Veel Duitse waddenhavens vallen gedeeltelijk droog.
De wadden bieden echter prachtige natuur en rust: buiten de hoofdroutes mag niet snel gevaren worden. Je zult er ook buiten de hoofdroutes niet veel andere boten tegen komen want zeilboten steken al gauw te diep voor het wad en motorboten mijden het ruime sop vaak. Sommige gebieden zijn ook natuurgebied waarvan het betreden helemaal niet of slechts na het broedseizoen toegestaan is.
Voor het Duitse Waddengebied zijn sinds 2023 nieuwe beperkingen ingevoerd. Verwacht kan worden dat die regels vanaf vaarseizoen 2024 gehandhaafd gaan worden omdat iedereen wordt geacht dan kaartmateriaal te hebben waarop staat aangegeven in welke gebieden die beperkingen gelden. Over die kaarten is veel ophef ontstaan: klik hier voor de feiten. Omdat op die kaarten (Navionics, NV) de gebieden wel aangegeven zijn maar de regels die er gelden niet duidelijk zijn, hierbij de officiële Duitse kaarten (Nordsee Befahrensverordnung 27-4-2023) en hun betekenis.
Wat zijn de beperkingen in het Duitse gebied?
De eilanden zijn leuk om te bezoeken en vooral verschillend van karakter, zeker als je de grens over gaat. Als je in historie geïnteresseerd bent: pak de rode lijn van de walvisvaart op en je zult veel Nederlandse roots, ook in Denemarken, zien. Van de natuur kun je genieten door de routes langs de natuurgebieden te volgen maar ook door voor anker te gaan en met een klein bootje naar het droog gevallen wad te roeien en daar te gaan wandelen (als dat toegestaan is).
Varen over het wad vergt een precieze voorbereiding: zie het maar als de cursus Vaarbewijs 2 in de praktijk. Boten moeten rekening houden met getijden en diepgang maar ook met getijdenstroming en hoe die zich verhoudt tot de heersende golf- en windrichting. Met de zeilboot wil je de getijdenstroming en wind graag mee hebben, met de motorboot wil je vooral stroming tegen golven voorkomen omdat dit gauw oncomfortabel steile golven veroorzaakt. Waterverplaatsers zijn daarenboven nog eens extra gevoelig voor golven op de zijkant die snel rollen veroorzaken.
Blijf vooral binnen de betonning varen, je zult merken dat die in de praktijk vaak op punten anders ligt als op de laatste nieuwe kaarten. Vertrouw niet op de kaart om buiten de betonning een gebied over te steken tenzij er een weg terug is als het niet lukt. Zelfs de betonning klopt niet altijd: vraag de havenmeester om de laatste info over je vaarroute als die over (bijna) droogvallende delen gaat. Het is de natuur van het wad dat het constant verandert: zand verschuift en hele eilanden ontstaan, verschuiven, delen zich of worden samen gevoegd. Er is maar één eiland dat een uitzondering hierop vormt en dat is het rotseiland Helgoland dat ligt op de verbinding tussen Westelijke en Noord-oostelijke wadden. Maar Helgoland is dan ook geen waddeneiland.
Begin vanuit Nederland met de routes die zonder diepgang beperkingen (als je niet dieper steekt dan 2 meter) te bereiken zijn. Dat zijn Texel, Vlieland en Terschelling (via Harlingen/de Bollen). Als je eenmaal de smaak te pakken hebt probeer dan Schiermonnikoog eens vanuit het Lauwersmeer. De tocht naar Ameland is de meest uitdagende als het om ondiepte aan komt. Schiermonnikoog en Ameland kun je meestal niet bereiken als je dieper dan 1.30 meter steekt; liefst minder.
De Waterkaarten App (voormalig ANWB) is niet goed bruikbaar voor de wadden. O.a. Navionics en NV zijn wél goed bruikbaar.
Kijk op deze link vooraf of er plek is in de Nederlandse waddenhavens
Kijk op deze site voor info over varen naar de Duitse wadden.